Nienke Boschmans tweeduuster

tekening

Na de pandemie?

Publicatiedatum

Lieve beste jij,

Het lijkt wij of ik binnen twee weken min of meer teruggekeerd ben naar mijn bestaan van vóór maart 2020, weer begonnen ben te doen wat ik ontwend was geraakt.

Een lange(re) treinreis maken, bijvoorbeeld. Naar mijn vriendin in Bochum. Nee, nog niet de hele reis in een keer in een ICE via Utrecht, Arnhem, Duisburg. Een omweg in de tijd, maar mét een bezoek aan mijn broer en zijn vrouw als tussenstop. Naar Bochum via Enschede, Gronau – zoals ik dat de allereerste keer, ergens in het najaar van 1970 ook deed. Dat was leuk voor de slapende herinneringen. Een deel ervan werd klaarwakker en meldde zich bij mij.
Maar eerst was ik bij Ab en Magda, en zij hadden voor het avondeten ook de kinderen (die al lang volwassen zijn en geen kind meer) uitgenodigd. Daarvan werd ik blij, heel gewoon blij.
De volgende dag de hernieuwde kennismaking met de Deutsche Bahn en de eerste vertraging. Tussen Enschede en Münster bleef de trein staan en was er op het perron een schermutseling met een meneer en de politie. Het duurde nogal lang en wij, de passagiers in de trein, werden niet geïnformeerd waarom de trein maar bleef staan. Ik had vanaf mijn zitplaats goed zicht op wat er gebeurde – maar ik zat helemaal vóór in de trein en stelde mij voor hoe het moest zijn voor de mensen achter in de trein. Daar was niet zo heel veel voorstellingsvermogen voor nodig. Ik hoefde alleen maar te denken aan de keren dat ik in een Nederlandse stilstaande trein wachtte en wachtte en wachtte op informatie die niet kwam.
Mijn aansluitende trein haalde ik niet, maar de eerste de beste man die ik aansprak (hij zag er uit als een Deutsche Bahnmedewerker) vertelde mij snel en vriendelijk welke trein ik moest nemen.
De terugweg, die op maandag zou zijn, was een ander verhaal. In de app van NS Internationaal kon ik anderhalf uur voor mijn vertrek al zien dat de trein van Dortmund naar Münster dermate veel vertraging had, dat “de overstap niet mogelijk is”. Zoeken naar alternatieven (eerder uit Bochum vertrekken) bracht mij in een wirwar van uit te vallen of vertraagde treinen dat het besluit viel om de volgende dag maar te vertrekken.
Niet een avond en ochtend bij Ab en Magda dus om daarvandaan naar Usquert te reizen.
Een treinreis van bijna zeven uur, en dat bleek ik toch nog te kunnen.

En de weg naar de Oosterpoort weet ik ook weer, “nee, ik bestel toch maar geen kaartje” komt nu alleen nog maar bij mij op als de prijs van dat kaartje wat al te hoog is. Dát is dan wel weer vaker het geval dan voor Covid-19 het bewind overnam.
Alleen voor een concert in december heb ik een uitzondering gemaakt. Bijna elke keer als ik in de Grote Zaal van de Oosterpoort zit en op het podium een orkest, denk ik, dacht ik “Ik zou best een keertje tussen het orkest willen zitten”. En die wens wordt vervuld: op 13 december. Ik ben heel benieuwd. Vind het ook wel een beetje eng. Er zit weliswaar verder geen publiek in de zaal, maar toch …

Ik ben weer naar Filmhuis Usquert geweest, en nog wel alleen – dat was ik tijdens de Covid-19-tijd ook verleerd. De film? Close. En in november volgt The Whale. Tja…

Nu nog mijn keukentafel weer eraan laten wennen dat er mensen komen aanzitten aan haar.


Reacties

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.

← ouder nieuwer →