Nienke Boschmans tweeduuster

tekening

Lieve, beste jij

Publicatiedatum

Het meest bevreemdende aan Helsinki: het sprak zo vanzelf dat ik er was.
Ik wilde al heel lang naar deze stad. Ik bedoel dat ik op het moment dat ik een foto van het Sibeliusmonument zag naar Helsinki wilde om dat monument te zien.
Lange tijd lukte het mij niet een reisje te organiseren – en toen ging het dit voorjaar opeens vanzelf. Een e-berichtje met als bijlage de aankondiging van de door Saskia Goddijn georganiseerde kunstreis en de vraag “Zin om mee te gaan?”
Toen ik “ja” gezegd had en het aanmeldingsformulier ingevuld was er de opwinding, architectuur en design zouden ook deel uitmaken van wat wij gingen zien en beleven.
Een jaar of vierentwintig jaar geleden las ik in een tekst “Longyearbyen”. “Daar wil ik heen”, dacht ik, en “maar daar kom ik nooit.” Ik kwam er wél, en zonder dat ik er moeite voor hoefde te doen.
Nog langer geleden, tijdens de aardrijkskundeles op de Lagere School (in Neede in de Achterhoek), kregen wij te horen dat Roodeschool het meest noordelijke dorp in Nederland was waar je met de trein kon komen. Ik voelde mij ietwat treurig, Roodeschool was veel te ver weg om ooit naar toe te kunnen reizen. Het was 1956 of 1957 en ik had nog nooit in een trein gezeten. Ook in Roodeschool ben ik geweest, zij het de eerste keer niet met de trein maar met de fiets, vanuit Groningen. Daar woonde ik toen.
Groningen, de stad waar ik vanuit het niets wel wilde wonen. Dat ‘wel willen’ ontwaakte op de avond van de dag dat onze koning geboren was. Ik woonde nog bij mijn ouders en die keken tv, of misschien mijn vader niet. Er waren beelden van feestvierende mensen in diverse steden. Daarbij ook Groningen, Grote Markt. Ik kon mij niet voorstellen dat ik ooit in die stad zou wonen, maar ik wilde dat wel.
Soms bekruipt mij de licht in mijn hoofd makende gedachte dat ik helemaal niet het Sibeliusmonument wilde zien, helemaal niet naar Longyearbyen wilde, niet zo nodig met de trein naar Roodeschool hoefde en dat Groningen niet meer aantrekkelijk was dan, bijvoorbeeld, Arnhem of Utrecht; dat ik al _“wist”_dat ik zou zien, gaan, wonen daar – maar niet wist dat ik het wist.
Blijft de vraag: waarom altijd noordwaarts? Of is dat het enige dat ik onthoud?


Reacties

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.

← ouder nieuwer →