Nienke Boschmans tweeduuster

tekening

Beste, lieve jij!

Publicatiedatum

Lieve, beste jij,

Februari alweer, al is de maand nog jong. Het is half zes en ik hoef nog net niet de lampen aan te knippen.
De afgelopen weken heb ik telkens in brieven geantwoord dat mijn kerstdagen rustig waren, net zoals Oud en Nieuw en dat ik helemaal niet iets speciaals heb ondernomen. Dat was in januari anders, ik heb veel cultuur gesnoept. Wat ik dan allemaal snoepte?
Club Guy & Roni en Slagwerk Den Haag met TETRIS mon amour. Het computerspel TETRIS ken ik (nog steeds) niet, ik weet niet eens of het nog gespeeld kan worden. De voorstelling zou ik graag nog een keertje zien. Helaas. (Club Guy & Roni zal ik wel nog eens zien (“D.V., Nienke,” zou mijn opa gezegd hebben), als het acht maart is en ik met CM naar de voorstelling SALAM ga – coproductie met NNT en Asko|Schönberg. Dat belooft veel – als voorafje naar de openbare repetitie.

Twee dagen na “TETRIS mon amour” ging ik met C op “schoolreisje” naar Amsterdam. Sinds we samen “Borgen” beleefden, noemen we dat zo. Dit was al ons derde schoolreisje, en het tweede naar Amsterdam en de tweede keer voor een voorstelling van Toneelgroep Amsterdam. Deze keer was “The Fountainhead”, naar de roman van Ayn Rand. De roman las ik jaren geleden, in 1980 of 1981. Kirsten, die ik op de Internasjonale Somerskole in Oslo ontmoette en met wie ik een poosje briefwisselde, stuurde me haar exemplaar toe. Helemaal stukgelezen en met de woorden dat zij erdoor geïnspireerd was geweest, dat het een lievelingsboek was. Dat is het voor mij nooit geworden en, eerlijk gezegd, ik weet evenmin hoe Kirsten geïnspireerd is geraakt. Maar naar de voorstelling wilde ik wel, ook al moesten we daarvoor om vier uur ‘s middags vertrekken en stonden we ‘s nachts om half drie weer naarst de bus bij d’Oosterpoort. Gelukkig was “The Fountainhead” al die inspanning zeker waard.

Is film ook cultuur? Dan mag “Melancholia” (Lars von Trier) mee in de opsomming. Gezien in filmhuis Usquert; ik weet nog steeds niet wat deze film voor mij is, was. Behoorlijk somber, maar een somberheid die ook weer aantrekt en ergens onderweg dacht ik “die Scandinaviërs zijn gek”. Een voel-je-goed-bij-afloop-vertelling is deze film zeker niet.

De dag daarna voelde ik mij wel heel goed na afloop, een goedheid die in mijn hele lichaam was getrokken en dat heeft zelfs “TETRIS mon amour” niet bewerktstelligd. Wat ik beleefde waren het Estonian Philharmonic Chamber Choir en het Tallinn Chamber Orchestra met op het programma alleen maar Arvo Pärt – “Cantus in memoriam Benjamin Britten”, “Adam’s Lament”, “Fratres” en “Te Deum”. Deze stukken konden het voor mij opnemen tegen de opnames op cd die ik heb. Heel even dacht ik dat ik die maar weg moest geven – dat doe ik toch maar niet.

Hartelijke groet,
Nienke


Reacties

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.

← ouder nieuwer →