Delpher.nl
Publicatiedatum
Wie wat vindt heeft slecht gezocht noemde Rutger Kopland de bundel die hij in oktober 1972 publiceerde. De titel dringt zich onmiddellijk naar voren als ik na lang zoeken iets gevonden heb.
Zaterdag, in de trein van Roosendaal naar Zutphen, probeerde ik via Delpher.nl een gedicht terug te vinden dat ik uit de krant – Trouw – had overgeschreven en jarenlang in een boekje of een schriftje of op een los velletje met mij meedroeg. Ik schreef het op de achterkant van een kast die haaks op een muur stond. Ik raakte het de op papier geschreven tekst kwijt, maar dat was niet erg. De achterkant van de kast was er immers nog. Tot ik op een dag thuiskwam en huisgenoot de kast weggegeven bleek te hebben. Dag kast, dag gedicht.
Dat was nog in het internetloze tijdperk. Ik heb wel de auteur van het gedicht (Wim Ramaker) geschreven, maar die kon mij evenmin aan de tekst helpen, of wilde dat niet.
Toen het internettijdperk goed op gang was gekomen, zocht ik daar. Niet te vinden, dat gedicht. De krant bood de mogelijkheden om in archieven te zoeken, maar de de publicatie leek te lang geleden. Deze service is er niet meer en ik probeerde toegang tot het archief te krijgen. Helaas, ik kreeg een verwijsbriefje voor de Koninklijke Bibliotheek.
Ik eindigde bij Delpher.nl en ja, ik heb gevonden en ontdekt dat één zoekterm niet juist was. De schrijver van het gedicht was Wim Ramaker, maar bij de publicatie ervan stond H.W. Ramaker (ik had niet goed gezocht …?)
Het gedicht bleek korter dan in mijn herinnering.
_ kom bij het raam en kijk
de dag is moegespeeld
en buiten bed in slaap gevallen
het is al nacht
en alle nachten zijn in deze nacht
en alle dagen slapen weer tot morgen
kom bij het raam en kijk_
Dit was wél de tekst die op de achterkant van de kast stond. “De rest” van het gedicht had ik daar weggelaten,
de kast was te klein en ik vond dat die rest niet zo goed paste. Niet zo vreemd, weet ik nu. Ik heb toen – 3 november 1966 – een gedicht van de toen 13-jarige Margje Meeder eraan vast geplakt. In elk geval in mijn herinnering.
Stil is daar buiten
Stil is daar buiten, donker is de nacht
‘t Zal zo blijven tot straks
Stil is daar buiten, donker is de nacht
Daar gaat een fietsje langzaam en zacht,
weg is het fietsje in een straatje daarnaast.
Donker is de nacht, stil is daar buiten
en het weer is zo zacht.
Ik fopte mijzelf nog meer met mijn herinnering. Daar was er sprake van een driewielertje dat omgevallen nog buiten lag.
Publiceerde Trouw dan gedichten? Ja, in de rubriek Expres voor boven de 14.
Reacties
Op dit artikel kan niet gereageerd worden.