Nienke Boschmans tweeduuster

tekening

Terugkeer naar Atlantis kan niet meer

Publicatiedatum

Weer keert het najaar en het najaarsweer, een regel uit het gedicht In Memoriam van J.C. Bloem. Is het ‘t najaar of het najaarsweer? Elke herfst weer, op een vochtige dag dat de schemer neerdaalt en de herfst nog geurt is er dat moment. Terugkeer naar Atlantis, de roman van Hubert Lampo. De herfst voelt aan als mijn eerste lezing van de eerste alinea’s, of mijn herinnering daaraan.
Ik weet niet of het verlangen is, ik weet niet of het heimwee is. Ik houd wel van de sfeer die in sommige gedichten van de achttientachtigers wordt opgeroepen – of die ik er in lees. “Alleen” van Jan Greshoff, losse strofen van J.C. Bloem.
Ik weet niet wat de poëzie en die eerste pagina, pagina’s van Terugkeer naar Atlantis verenigen.
Greshoffs gedicht heb ik moeten zoeken. Ik zette de radio aan en hoorde iemand voorlezen
[…] in dit zwaarmoedig herfstseizoen:
Wat kan een eenzaam mens nu beter doen
Dan zacht gestemd veel van een ander houden;

Dan vaag bedroefd een verre ster beminnen
En denken aan de winter en de nacht.
Alleen-zijn is een feilloos gif dat zacht
Bedwelmt met een geluk van ziel en zinnen.

Er was toen nog alleen maar een papieren bibliotheek en mensen in mijn vriendenkring die wel Nederlands studeerden wilden of konden mijn vragen niet beantwoorden dan “die is achterhaald”.

Ik keerde zo af en toe terug naar Atlantis. Ik dacht dat ik de roman veroudpapierd had, maar dat heb ik dan toch niet gedaan. Het is de enige Lampo die mocht blijven. :het was 23 oktober, en 1973 … Ik was boos en baalde van de GSb, uit protest kocht ik dit boek. Wat goedkoper: er zat een vlek op. Ik betaalde fl. 7,90 in plaats van fl. 10,90 en boende de vlek weg … De rug is beschadigd en ik heb met groene pen in de roman geschreven en gestreept. Blijkbaar gelezen, voor een cursus.

Mijn terugkeer naar de roman viel altijd een beetje tegen. De werkelijkheid van de tekst op dat moment beantwoordde niet aan de herinnering. De herinnering is ook gekleurd door hoe ik zelf toen leefde, onafhankelijk van de melancholiek van het seizoen. Nu nog raakt “Nog steeds staan de gaslantarens nutteloos te branden in het landschap van mijn jeugd”
daaraan. Mijn jeugdlandschap is niet het landschap dat de verteller schildert op die eerste pagina’s van Terugkeer naar Atlantis, maar o, die herfst. De vage mist, alleen over de Es lopen of over een smal paadje langs de groentetuinen. Niet het ouderlijk huis willen gaan waar de gordijnen gesloten en de lampen aangestoken waren.

Ik dacht dat de roman niet meer in mijn boekenkast woonde; ik wilde het verhaal niet nog eens lezen en die eerste pagina’s gaven elke herfst weer niet wat ik zocht.
De aantekeningen en onderstrepingen maken mij nu wel duidelijk wat ik gelezen heb, toen. Het staat er misschien niet. En vaak is het dan ook niet meer te lezen.

Terugkeer naar Atlantis is niet meer mogelijk.


Reacties

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.

← ouder nieuwer →