Nienke Boschmans tweeduuster

tekening

Kleintjes in januari

Publicatiedatum

Soms zijn er kleine momenten die bij mij een glimlach tot leven wekken. Vaak vergeet ik ze daarna. Soms keren ze terug in mijn herinnering.

Ik belde naar een instantie, de telefoon werd vrij snel opgenomen. Een bericht van een bandje: “Onze wachttijden zijn op dit moment langer dan normaal. Wij vragen u later nog eens te bellen.” Geen muziek, evenmin gelegenheid om toch aan de telefoon te blijven wachten. Dat vond ik aangenaam.

Elke keer als ik naar een concert van het Noordelijk Bach Consort ga en in het programma naar de namen kijk van de mensen die spelen in het consort, blijft mijn oog hangen bij een naam. Die komt mij bekend voor. Ik denk dat ik weet waarvan ik de achternaam ken, maar denk dan ook “Nee, hij is het niet”.
Zondag was ik naar een concert van het Van Zijl Consort. Daar stond bij de musici weer die naam. Cellist. Toen we (ik was niet alleen) het kerkje van Solwerd binnengestapt waren werd ik begroet “Hallo, Nienke”. Ik herkende degene die mij begroette niet, ik wist wel wie hij moest zijn. Ik wist waarvan ik hem kende. Hij heeft ook Noors gestudeerd, en met een klein groepje mensen hebben we enkele keren in zijn studentenkamer ons voorbereid op een vertaaltentamen. Toen al speelde hij cello.
Mijn vraag of hij van muziek (ook) zijn werk gemaakt had kreeg het mooie antwoord “Sommige dingen zijn te belangrijk om je werk van te maken”.

In mijn wereld bestaan groepjes en een groepje bestaat uit vier Therapeuticum-Lemminkäinen-pensionada’s (hoewel ikzelf daar juist geen pensionada ben). We gingen in Assen de tentoonstelling Barbizon van het Noorden bekijken. In het Drents Museum werden net toen ik ze bezoeken wilde de toiletten gepoetst. Verwijzing naar het invalidentoilet. We waren met ons tweeën, de ander mocht eerst van mij en zij had veel tijd nodig. Ik wachtte, er kwam nog iemand wachten die, naar mijn idee uit het niets, vroeg of ik een Scandinavische taal gestudeerd had. Dat heb ik. Ze noemde eerst mijn naam, vragend. Ik bevestigde dat ik Nienke ben – zij noemde haar naam, en pas toen herkende ik haar. Met echtgenoot helemaal uit Brabant gekomen om de tentoonstelling te zien.
We praatten wat over toen en nu. Toen kwam de schoonmaakmevrouw ons vertellen dat de toiletten weer vrij waren.

Donderdag nodigde iemand mij uit om te gaan eten bij La Place. La Place woont nog steeds op de vierde verdieping in het gebouw waar Vroom en Dreesmann gehuisvest was toen V&D nog bestond. Een vervreemdende ervaring, vier roltrappen omhoog langs onttakelde en leeg gesloopte verdiepingen, min of meer aan het zicht onttrokken door foto’s van Groningen.


Reacties
  1. magda

    Nienke, leuk klein moment om jou stukje te lezen.

  2. magda

    Hoe leuk die onverwachte ontmoetingen. Leuk om te lezen.

Het is niet meer mogelijk op dit artikel te reageren.

← ouder nieuwer →