Verdonkeremanen
Publicatiedatum
“Wat ga je doen met je verjaardag?” vroeg C en ik antwoordde “Ik ga mijzelf verdonkeremanen.” Terwijl ik dit schijf, ben ik verdonkeremaand.
Wanneer was het begin? Een keer, en die keer wilde ik mijn verjaardag helemaal alleen doorbrengen of toch in elk geval een groot eerste deel van die dag. De nacht, vanaf 00:00 uur is niet zo moeilijk, niemand die mij wil bereiken. Zelfs de familie in Canada houdt rekening met het tijdsverschil. Daarvandaan belden toen al hooguit twee mensen, nu geen meer.
Mijn verjaardag begint ‘s ochtend tussen vijf en zes uur. Niet dat ik op dat tijdstip geboren ben. Wel door wat mijn moeder vertelde over mijn verschijnen. “Papa”, ze noemde haar echtgenoot altijd papa en zeker als ze tegen ons sprak, “Papa,” zei ze “moest om zes uur in de fabriek zijn.” Die fabriek woonde in Eibergen, een naburig dorp. Zij had die nacht heel vaak naar de wc gemoeten om te plassen. “Moet ik niet thuisblijven?” had hij gevraagd. Nee, dat hoefde niet, ze hoefde alleen maar vaak te plassen. Zo’n vaart zou het wel niet lopen.
Het liep een beetje meer vaart. Huisartsen hadden toen nog spreekuur vanaf 08:00 uur ‘s ochtends, en hij was net met z’n spreekuur begonnen toen hij z’n hoofd om de deur van de wachtkamer moest steken: “Ik ben even weg. Ik ben zo terug, het is voor een bevalling, het is een eerste kindje, een zenuwachtige moeder dus.” Zoiets had hij volgens mijn moeder gezegd. (Ik vermoed dat zij de tekst van hem gehoord heeft).
Hij was niet “zo terug”, hij moest naar de praktijk bellen dat hij wegbleef. Z’n vrouw moest de patiënten in de wachtkamer maar naar huis sturen.
En om kwart over negen was ik er. Niet op de buik van mijn moeder, denk ik, maar onder de handen van wijkverpleegster Timmenga die mij waste en aankleedde.
De mogelijkheid dat ik met z’n tweetjes zou zijn was een beetje open gehouden, mijn moeder was nogal zwaar. Ik ook: bijna tien pond, een tweede zat er niet in. Dat heb ik wel eens spijtig gevonden.
Ik vind het prettig om die uren min of meer te gedenken. “Drieënzeventig jaar geleden …”
En ik wil altijd een aantal uren rustig in het bedje gelegen hebben dat mijn vader getimmerd heeft. Dat stond al wel klaar.
De herfst van 1947 was een mooie, vertelde mijn moeder mij. “Je kon in oktober nog in de kinderwagen achter in de tuin staan, zo warm was het.” Mooie herfstdagen maken mij innig een gevoel dat ik niet kan beschrijven. Elk jaar hoop ik op een mooie herfstdag voor mijn verjaardag. Dit jaar krijg ik die, zo lijkt het.
En ook het genieten daarvan wil ik een aantal uren voor mijzelf alleen.
Als je dit leest, ben ik alweer verlichterzond.
Reacties
Wilma #
Toch wel. Ik heb je gebeld, maar dat was waarschijnlijk nadat je dit geschreven had.
Het was leuk je stem te horen, heel anders dan ik gedacht had.
jammer dat je geen whattsApp hebt dan kon ik je wat vaker bellen, kostenloos. Of videobellen, doe ik ook altijd met mijn zoon in Nderland. Dat is dan net of je bij elkaar bent.
Maar zo was het ook prima.
Cora #
Nienke, wat een mooi verhaal! En tien pond!!! Wie had dat gedacht. Ik niet. Onze Niels was ook tien pond. Een zeldzaamheid, zei de verloskundige. Dat ben jij dus ook. Wees er trots op. En een deel van een tweeling heb ik ook altijd willen zijn…..
Het is niet meer mogelijk op dit artikel te reageren.